Ido (taal)

Ido (taal)
Ido is een herziene versie van de kunsttaal Esperanto. Ido is ontwikkeld in het begin van de 20e eeuw, en wordt heden ten dage nog door een klein aantal mensen gesproken, hoofdzakelijk in Europa.

Het verzoek door de Delegatie voor de Goedkeuring van een Internationale Hulptaal aan de Internationale Vereniging van Academies in Wenen om een internationale taal te selecteren werd verworpen in mei 1907. De Delegatie, die door Louis Couturat was opgericht, besliste als Comité in Parijs in oktober 1907 samen te komen om een keus te maken uit de talen die tot op dat moment naar voren waren geschoven. Volgens de notulen besloot het Comité dat geen taal volledig aanvaardbaar was, maar dat het Esperanto wegens zijn relatieve perfectie zou kunnen worden goedgekeurd, op voorwaarde dat verscheidene wijzigingen zouden worden doorgevoerd, zoals aangegeven in het rapport van de secretarissen (Couturat en Leopold Leau) en het Idoproject, dat aan het Comité als anoniem project was voorgelegd. Later is wel gesteld dat het Idoproject in de eerste plaats was opgezet door Couturat, met hulp van de vertegenwoordiger van het Esperanto in de commissie, Louis de Beaufront. Beaufront had zelf gepleit voor hervormingen in het Esperanto voor deze taal werd gekozen.

De vroege verdedigers van Esperanto neigden ertoe zich tegen hervormingen te verzetten, en de uitvinder van de taal, Ludovich Zamenhof, ging daar in mee. Ironisch genoeg waren verscheidene van de hervormingen van het Ido door Zamenhof zelf voorgesteld. De basisregels van het Esperanto zijn tot op heden gelijk gebleven.

Couturat, de belangrijkste verdediger van Ido, kwam in 1914 om bij een verkeersongeval. Dat feit, en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, was een harde slag voor het Ido. Hoewel de beweging na de oorlog weer enigszins opkrabbelde, ontstond er toch verdeeldheid. De publicatie van plannen voor een meer Europees georiënteerde taal, het Occidental, in 1922, leidde tot verdere versplintering en de Idobeweging verloor in het volgende jaar een meerderheid van zijn gepubliceerde tijdschriften. Het afhaken van de belangrijke intellectuele verdediger, de Deense taalkundige Otto Jespersen, in 1928 ter gelegenheid van de publicatie van zijn eigen geplande taal Novial, leek de genadeklap.

De taal heeft nu nog wel een aantal sprekers en het internet heeft de belangstelling ervoor weer versterkt. Het aantal sprekers wordt geschat op 2000-5000. Ter vergelijking: het Esperanto heeft ongeveer 1,6 miljoen sprekers, volgens de gepensioneerde psychologieprofessor Sidney S. Culbert, die een overzicht van sprekers van verscheidene talen wereldwijd uitvoerde. Hetzelfde aantal verschijnt in het Almanac World Book of Facts en in Ethnologue.

Otto Jespersen, die aanwezig was tijdens de tien dagen van de discussies van het Comité in Parijs en later deel uitmaakte van de permanente Commissie, schreef een geschiedenis van Ido (zie links).

Veel verdedigers van het Esperanto hebben Ido in de loop van de jaren aangevallen. Een van hen, Donald J. Harlow, schreef een geschiedenis van Ido in The Esperanto book in zijn derde hoofdstuk "hoe een Taal bouwen". Dit overzicht staat echter aan veel kritiek bloot.