Sanskriet

Sanskriet
Het Sanskriet (Devanagari: संस्कृतम् ; Sanskriet: Saṃskṛtam,, < sam, samen + kṛta, gemaakt) of Oudindisch is een Indo-Arische taal en de heilige schrijftaal voor het brahmanisme, boeddhisme, jaïnisme en hindoeïsme. Door de verspreiding van deze religies werd het de lingua franca van de oudheid en middeleeuwen in Zuid-, Zuidoost- en delen van Centraal-Azië.

Sanskriet is de taal van de grote klassieke literatuur van het Indiase subcontinent, waar het nog steeds door een aantal brahmanenfamilies en bepaalde hindoeïstische sekten wordt gebruikt. Het is dan ook niet zozeer een volkstaal, als wel een cultuurtaal die altijd bij een zekere sociale elite hoorde.

De naam Sanskriet is relatief recent en is afgeleid van saṃskr̥tam, waarin sams samengesteld, volmaakt betekent en kṛta gemaakt. De eerste m heeft in het Devanagari een bovenpunt (anusvāra), in de transcriptie weergegeven door een m met onderpunt, en de r met onderpunt wordt uitgesproken als /rie/ of /roe/. De a's hebben geen lengteken. Gedurende eeuwen werd de taal aangeduid met vāc of śabda, woord, taal en werd beschouwd als de enig mogelijke taal. Bepaalde metaforen zoals gīrvāṇabhāṣā taal der goden duiden wel op het uitzonderlijk verheven en religieus karakter.