Ömnögovĭ (Ömnögovi Province)
De zuidelijke grens van de provincie, tevens de grens met China (autonome regio Binnen-Mongolië), bevindt zich in de Gobiwoestijn. Ömnögovĭ telt 66.722 inwoners (2018) op een oppervlakte van 165.400 km².
Ömnögovi is bekend om diverse toeristische attracties, zoals de brandende klippen van Bajanzag, het Nationaal Park Govĭ Gurvan Sajhan en de zingende duinen van Khongoryn Els.
De ajmag is rijk aan de delfstoffen steenkool, goud en koper. Aan het begin van de 21e eeuw werd werk gemaakt van ontwikkeling van de infrastructuur, om de voorraden bij Tawan Tolgoi (steenkool), en bij Ojuu Tolgoi (koper en goud) te kunnen ontsluiten. Naast de mijnbouw domineert de veeteelt, met een bestand van 400.000 geiten, 290.000 schapen, 130.000 kamelen en 70.000 paarden. Kameelhaar en Kasjmierwol worden geëxporteerd. In enkele oases, zoals in Dal nabij Dalanzadgad, worden groenten geteeld.
Kaart (cartografie) - Ömnögovĭ (Ömnögovi Province)
Kaart (cartografie)
Land (geografie) - Mongolië
Vlag van Mongolië |
Het land ligt op de Mongoolse hoogvlakte en heeft een landklimaat met toendra's en steppegebieden in het noorden, bergachtig gebied (Altaj) in het midden, en woestijn (Gobi) in het zuiden. Ongeveer 42% van de, merendeels boeddhistische, bevolking leeft in de hoofdstad Ulaanbaatar. De bevolking leeft overwegend nomadisch in traditionele vilten tenten, ger ook wel joert genoemd en voorziet in haar levensbehoeften door veeteelt. Schapen, paarden en kamelen worden in vrij lopende kuddes gehouden. In het noorden van het land is enige vorm van industrie in de vorm van houtverwerking en mijnbouw. Ruim 80% van de bevolking behoort tot de etnische groep van de Khalkha-Mongolen.
Valuta / Taal
ISO | Valuta | Symbool | Significant cijfer |
---|---|---|---|
MNT | Mongoolse tugrik (Mongolian tögrög) | ₮ | 2 |