Servische Republiek (Republika Srpska)
Hoewel de hoofdstad van de Servische Republiek officieel Sarajevo is, tevens de hoofdstad van geheel Bosnië en Herzegovina, werd de entiteit in de praktijk tot 1998 vanuit Pale en sindsdien vanuit Banja Luka bestuurd.
Aan de vooravond van de Bosnische Oorlog werd op 9 januari 1992 de Servische Republiek Bosnië Herzegovina uitgeroepen. De constitutie van deze republiek verklaarde dat het grondgebied bestond uit de Servische districten van Bosnië en Herzegovina, en uit de “gebieden van Bosnië en Herzegovina, waarin Serviërs uit een minderheid bestonden als gevolg van de genocide tijdens de Tweede Wereldoorlog”. Verder verklaarde de constitutie dat de Servische Republiek Bosnië Herzegovina deel uitmaakte van de federale republiek Joegoslavië.
In de dagen daarna volgde er in Bosnië en Herzegovina een referendum omtrent de onafhankelijkheid. Twee derde van de Bosnische bevolking stemde – net als al eerder gebeurd was in Kroatië en Slovenië – vóór onafhankelijkheid van het land, en bevestigde daarmee het besluit van het Bosnische parlement om zich af te scheiden van Joegoslavië. Op 6 april 1992 erkende de internationale gemeenschap de onafhankelijkheid van Bosnië en Herzegovina. Een dag later verklaarde de Servische Republiek haar onafhankelijkheid van Bosnië en Herzegovina en van Joegoslavië. De meerderheid van de Bosnische Serviërs had het referendum geboycot omdat het onwettig zou zijn, doordat de Servische afgevaardigden in het parlement tegen de stemming een veto hadden uitgesproken.
Gedurende de oorlog in Bosnië en Herzegovina verdedigde het Bosnisch-Servische leger, gesteund door het JNA, met harde hand de grenzen van de nieuw uitgeroepen Servische Republiek in Bosnië en Herzegovina, en werden deze grenzen ook uitgebreid. Onder de ogen van de hele wereld vonden in het gebied etnische zuiveringen plaats, onder meer in concentratiekampen zoals Omarska, Keraterm en Trnopolje, evenals deportaties van Bosniakken en Kroaten en grootschalige etnische zuiveringen in heel Oost- en Noord-Bosnië. Van de misdaden hebben de autoriteiten van de Servische Republiek er slechts twee toegegeven, te weten de moord op negentig moslimburgers in Vlašić in 1992 (op 21 augustus van dat jaar werden minstens 228 burgers uit Kozarac en Prijedor gedood en in een ravijn gedumpt) en de moord op duizenden burgers in Srebrenica in 1995.
Het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag heeft echter in vele uitspraken de omvang van de massamoorden en de etnische zuiveringen begaan door of namens de autoriteiten van de Servische Republiek beschreven en bevestigd, evenals het Internationale Strafhof in zijn uitspraak van 26 februari 2007.
Bij het tekenen van de vrede in Bosnië en Herzegovina in het Verdrag van Dayton in 1995 werd het bestaan van de Servische Republiek vastgelegd. De entiteit is echter nooit erkend als onafhankelijke staat.
De wederopbouw van de Servische Republiek verliep trager dan die van de Federatie van Bosnië en Herzegovina, doordat de entiteit weinig buitenlandse hulp kreeg. Er werd van de Servische Republiek verlangd dat ze eerst zou meewerken aan de uitlevering van oorlogsmisdadigers aan het Joegoslavië-tribunaal.
Kaart (cartografie) - Servische Republiek (Republika Srpska)
Kaart (cartografie)
Land (geografie) - Bosnië en Herzegovina
Vlag van Bosnië en Herzegovina |
Het bestaat uit de landstreken Bosnië en Herzegovina. Het land wordt bijna geheel door land omgeven, behalve bij de kustplaats Neum, waar circa 24 km kustlijn is met de Adriatische Zee.
Valuta / Taal
ISO | Valuta | Symbool | Significant cijfer |
---|---|---|---|
BAM | Bosnische inwisselbare mark (Bosnia and Herzegovina convertible mark) | KM or КМ | 2 |