Hongkong (Yale: Hēunggóng; jyutping: Hoeng 1 gong 2 ; Engels: Hong Kong, 'geurige haven') is een speciale administratieve regio van de Volksrepubliek China (net als Macau). De officiële naam van het gebied is dan ook Speciale Administratieve Regio Hongkong van de Volksrepubliek China . Het gebied bestaat uit 236 eilanden met een totale oppervlakte van en grenst aan de Zuid-Chinese Zee. Er wonen mensen.
De naam Hongkong is afgeleid van de uitspraak van het gebied in het plaatselijke Kantonese dialect: Heung Kôong. Oorspronkelijk was dit enkel de naam van een nederzetting op de plek van de huidige wijk Aberdeen. De herkomst ervan is onbekend, hoewel historici suggereren dat de naam is afgeleid van de handel in geurige wierook die in Hongkong plaatsvond.
Hongkong bestaat uit het gelijknamige eiland ten oosten van de Parelrivier met een oppervlakte van 78 km², het schiereiland Kowloon (Mandarijn: Jiulong, Negen Draken) met een oppervlakte van bijna 47 km² en de New Territories (mandarijn Xinjie) met een oppervlakte van 974 km². De New Territories bestaan uit het gebied ten noorden van Kowloon grenzend aan het vasteland van China en verder uit 235 eilanden, waarvan het merendeel niet bewoond is. Het eiland Lantau is met 146 km² het grootste eiland, gevolgd door het eiland Hongkong.
Hongkong is een voor Aziatische begrippen 'jonge' metropool en een grote moderne stad. De stad is inmiddels vastgegroeid aan, en onderdeel van, de agglomeratie rondom Guangzhou: de Parelrivierdelta – met 62 miljoen inwoners de grootste metropoolregio ter wereld. Sinds 2017 staat Carrie Lam Yuet-ngor als Chief Executive aan het hoofd van de uitvoerende macht in Hongkong.
Het gebied wordt al zo'n 5000 jaar bevolkt. Bij opgravingen zijn voorwerpen uit het Neolithicum gevonden, wat wijst op invloed van de Noord-Chinese Steentijd-cultuur (Longshan). Later werd het gebied bevolkt door Han-Chinezen die tijdens de Song-dynastie tussen 970 en 1279 uit Noord-China kwamen. Hongkong nam echter in het Chinese Rijk lange tijd een vrij bescheiden plaats in.
De Britse Oost-Indische Compagnie (British East India Company) legde in 1699 voor het eerst contact in China, waarna handel tussen beide landen op gang kwam. In 1821 werd Hongkong de haven waar de Britten uit Bengalen de opium invoerden. De diplomatieke contacten tussen Groot-Brittannië en China verliepen stroef. Na de eerste Opiumoorlog in 1842 werd het Chinese keizerrijk gedwongen Hongkong over te dragen aan de Britse Oost-Indische Compagnie. Toen leefden er niet meer dan 7000 mensen. Hongkong was vervolgens lange tijd een Britse Kroonkolonie (Brits Hongkong). Bij verdrag werden in 1898 de New Territories aan het grondgebied toegevoegd voor een periode van 99 jaar.
Op 8 december 1941 vielen Japanse soldaten Hongkong binnen. Dit was het begin van een bijna vier jaar durende Japanse bezetting. De strijd om Hongkong eindigde op 25 december, toen de Britse en Canadese troepen zich overgaven. Tijdens de bezetting was er grote schaarste in levensmiddelen. De bevolking van 1,6 miljoen in 1941 kromp tot ongeveer 600.000 in 1945.
Na 1945 groeide de bevolking van Hongkong sterk door vluchtelingen uit China. Economisch kreeg de kroonkolonie de wind mee door de gunstige ligging ten opzichte van China en Zuidoost-Azië, met name Japan.