Åland (uitspraak: [ˈoːland]) (Zweeds: Åland; Fins: Ahvenanmaa) is een Finse regio met verregaande autonomie. Het grondgebied valt samen met de gelijknamige eilandengroep de Ålandseilanden in de Archipelzee, aan de monding van de Botnische Golf, halverwege Zweden en Finland. Tussen Zweden en Åland ligt de Ålandzee. Van de ruim 26.000 eilanden en scheren hebben er 6.757 een naam en zijn er zo'n 65 bewoond. Het inwonertal bedroeg begin 2018 ongeveer 29.500 ; ongeveer 40% daarvan woont in de hoofdstad Mariehamn. Åland heeft maar één klein stukje grens op land: op het onbewoonde eilandje Märket, dat voor de helft Zweeds grondgebied is. Åland is geheel Zweedstalig, het Zweeds is de enige officiële taal en communicatie met de Finse overheid geschiedt in het Zweeds. De regio is sinds 1856 gedemilitariseerd: forten of militaire aanwezigheid zijn verboden, en de bewoners hoeven niet te voldoen aan de Finse dienstplicht.
In de steentijd bestond de eilandengroep uit enkele zeer kleine eilandjes, die met name 's winters periodiek bewoond werden door pelsjagers die over het ijs of per boomstamkano arriveerden. De oudst bekende levenstekens in dit gebied dateren van 4000 jaar voor Christus en behoren tot de kamkeramiekcultuur. Door de postglaciale opheffing, die tot heden doorgaat, steeg de bodem en kwam er steeds meer land boven water te liggen. De oorspronkelijke eilandjes vormen nu de hoogste toppen, waaronder de 129 meter hoge Orrdalsklint. Rond de 1e eeuw voor Christus bereikte - relatief laat - het gebruik van brons deze regio, waardoor de bronstijd begon. In de 5e en 6e eeuw zijn er geen tekenen van bewoning in dit gebied te vinden; de oorzaak is onbekend. Rond de 7e eeuw vestigde zich vanuit het westen een nieuwe golf kolonisten in de regio. Gedurende de ijzertijd en de periode van de Vikingen was deze regio vrij dicht bevolkt, wat te zien is aan talloze walburchten en grafvelden uit deze tijd.
De Ålandseilanden fungeerden in de Middeleeuwen lange tijd als bruggenhoofd toen Finland deel ging uitmaken van het Zweedse rijk. De belangrijkste communicatie-ader, de postroute, liep over deze eilanden. Het kasteel Kastelholm dat langs deze route lag, had een centrale rol. Bestuurlijk werd de eilandengroep bij Finland ingedeeld, wat gevolgen zou hebben voor haar latere status.
Vanwege de militair strategische ligging had Åland te lijden van de oorlogen tussen Zweden en Rusland. Tijdens de Grote Noordse Oorlog (1700-1721) werd de eilandengroep door de Russen onder Peter de Grote verwoest en werd een groot deel van de bevolking geëvacueerd, totdat de eilanden bij de Vrede van Nystad in 1721 weer Zweeds werden. Toen heel Finland aan het eind van de Finse Oorlog in 1809 in Russische handen overging, werd Åland gedwongen hierin mee te gaan. Het door de Russen gebouwde maar nooit voltooide fort Bomarsund herinnert aan deze tijd. Na afloop van de Krimoorlog werd in de Vrede van Parijs (1856) vastgelegd dat de eilandengroep geen militaire bedreiging meer mocht vormen en gedemilitariseerd moest worden.
Toen Finland in 1917 onafhankelijk werd, brak een discussie over de toekomst van Åland uit. De meerderheid van de bewoners, volledig op Zweden georiënteerd, zocht middels een referendum, aansluiting bij dat land: 95% van de inwoners stemde vóór aansluiting bij Zweden. Finland wilde de archipel echter graag behouden. De kwestie werd voorgelegd aan de pas opgerichte Volkenbond, die in 1921 besliste dat de eilanden bij Finland zouden blijven, mits autonomie en behoud van de Zweedse cultuur gegarandeerd bleven. Ook werd de militair neutrale status verder vastgelegd. Dit had tot gevolg dat schepen die onder Ålandse vlag voeren gedurende de Tweede Wereldoorlog neutraal waren, en relatief veilig transporten voor zowel de geallieerden als voor de Duitsers konden verzorgen.