Servië (Serbia)
![]() |
![]() |
Vlag van Servië |
Servië is sinds 5 juni 2006 een onafhankelijke staat, nadat het 85 jaar lang onderdeel was van Joegoslavië en tussen 2003 en 2006 van de confederatie Servië en Montenegro. Servië moet niet verward worden met de Servische Republiek, een deelgebied van Bosnië en Herzegovina. De hoofdstad van Servië is Belgrado.
In de zevende eeuw arriveerden de Serviërs vanuit Wit-Servië, een streek ergens in Oost-Europa, op de Balkan. Zij kregen van de Byzantijnse koning een stuk land tussen de Sava rivier en de Dinarische Alpen. De wortels van de Servische staat zijn terug te voeren naar het hertogelijke huis van Vlastimirović. Het was in de elfde eeuw gevestigd in het gebied dat bekendstond onder de naam Duklja (Latijn: Doclea of Dioclea) en begon in de twaalfde eeuw onder de leiding van Stefan Nemanja in aanzien te groeien. Diens zoon Stefan Nemanjić zou later bekend worden als Stefan de Eerstgekroonde. Zijn nakomeling Stefan Dušan verhief Servië van prinsdom tot koninkrijk in 1346. Na zijn dood volgden een aantal regeerders die steeds meer gebied kwijtraakten aan het Ottomaanse Rijk. In 1389 vond er een cruciale slag op het Merelveld plaats (Kosovo Polje). In die slag leed het Servische leger, onder leiding van vorst Lazar, ondanks de steun van een Balkan-alliantie een nederlaag tegen het Ottomaanse Rijk onder leiding van sultan Moerad I. In 1459 verloor Servië zijn onafhankelijkheid bij de slag om Smederevo. In 1463 volgde Bosnië. Servië viel onder Ottomaans bestuur van 1459 tot 1804, waarna het haar onafhankelijkheid gedeeltelijk terug verwierf.
In 1815 ontstond uit de Tweede Servische Opstand het Vorstendom Servië, een semionafhankelijk vorstendom onder leiding van vorst Miloš Obrenović. Obrenović wist zijn positie erfelijk te maken, en zette de eerste stappen naar onafhankelijkheid. De Obrenovićdynastie verwierf het recht tot belastingheffing van de sultan in ruil voor een vaste jaarlijkse afdracht. Tegen 1830 was Miloš Obrenović hierdoor zo rijk geworden, dat hij bij de sultan in ruil voor leningen (de Turkse schatkist was voortdurend leeg) nieuwe rechten kon verwerven. De hierop volgende periode stond in het teken van strijd tussen de machtige Servische families Obrenović en Karađorđević.
Aan het hoofd van de staat stond de vorst (vanaf 1878 koning), die slechts zeer langzaam een leger kon opbouwen. Na de Russisch-Turkse Oorlog van 1877 verwierf Servië de steden Niš en Pirot. In 1903 kwam het huis Karađorđević definitief aan de macht: koning Alexander Obrenović en koningin Draga werden door officieren vermoord en een raam uit gesmeten. De dynastie Obrenović stierf hiermee uit en Peter I Karađorđević kwam op de troon.
In de Balkanoorlogen wist het Servische leger voor een aanzienlijke gebiedsuitbreiding te zorgen, mede ten koste van Bulgarije, Albanië, Bosnië en Turkije. In de loop van de tijd voerde het vorstendom ook steeds meer een buitenlands beleid. Hierbij leunde men sterk op Oostenrijk-Hongarije, tot ongenoegen van een groot deel van de bevolking en de panslavisten. Zij gaven de voorkeur aan een pro-Russisch beleid.
In de Eerste Wereldoorlog werd het land bezet door de Centralen, maar in 1919 ging het Koninkrijk Servië met de nieuw gevormde Staat van Slovenen, Kroaten en Serven op in het Koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen, vanaf 1929 Koninkrijk Joegoslavië geheten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Servië tussen 1941 en 1944 door nazi-Duitsland bezet (tot 1943 met hulp van Italië en Kroatië). Tijdens deze bezetting werd er in Belgrado een marionettenregering aangesteld onder leiding van generaal Milan Nedić (zie ook Servië in de Tweede Wereldoorlog).
Joegoslavië werd in 1945 een federale republiek, die in de jaren negentig langzaam en vaak gewelddadig uit elkaar viel, gedurende en na afloop van de Joegoslavische oorlogen.
Dit leidde tot de situatie dat Servië tussen 1992 en 2006 met Montenegro een federatie vormde (de Federale Republiek Joegoslavië), vanaf 2003 Servië en Montenegro geheten. Op 3 juni 2006 riep Montenegro zijn onafhankelijkheid uit, waardoor Servië als de opvolgingsstaat van de confederatie Servië en Montenegro eveneens een onafhankelijke staat werd. Op 5 juni 2006 verklaarde de Nationale Vergadering van Servië het land Servië tot wettelijke opvolger van de voormalige staatsunie.
Op 17 februari 2008 scheidde Kosovo zich af van Servië en riep zichzelf uit tot onafhankelijke staat. Servië erkent deze onafhankelijkheid niet. Wel volgden er jarenlang slepende besprekingen tussen de Kosovaarse en Servische autoriteiten onder auspiciën van de EU met het doel de betrekkingen te normaliseren.
Valuta / Taal
ISO | Valuta | Symbool | Significant cijfer |
---|---|---|---|
RSD | Servische dinar (Serbian dinar) | дин or din. | 2 |